In een tijd van Stilte en Overdenking neemt zeker het gebed een voorname plaats in binnen ons geloofsleven. Voor mij in ieder geval -en ik denk voor velen met mij- is bidden toch nog wat is overgebleven als een kostbaar goed na alle in het geloof gepasseerde stations van gods- en andere voorstellingen. Op oudere leeftijd verbindt het ons weer met de troost die het ‘van jongs af aan’ gaf en een mogelijkheid om contact te hebben met het gewijde en heilige waar het menselijk ‘verlangen’ ons toe aanzet.
Of om het uit te drukken met de woorden van Bernard van Clairvaux die Jansen aanhaalt op blz.34 van zijn boekje:
(c) Theo