Categorieën
2021

Dilemma

“Jullie zijn door mijn Vader gezegend, …. want ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op” …

Matt. 25: 34-35


Deze roeping spreekt zo vanzelf, elke individuele vreemdeling die we tegenkomen is natuurlijk welkom. Maar intercontinentaal reizen is zo snel en goedkoop, en zo velen zouden graag hier willen wonen, dat massale immigratie de samenhang van onze samenleving in gevaar zou kunnen brengen: onbarmhartig tegenover onze landgenoten. Een moeilijker opdracht van barmhartigheid dan deze is er niet. Wij weten er letterlijk geen raad mee. Zou dit innerlijke dilemma in deze roeping niet centraal moeten staan in ons gebed? Zouden we niet samen met onze medechristenen in arme landen moeten zoeken naar ons antwoord op deze roeping?

(c) Eric

Categorieën
2021

Welkom!

De afgelopen dagen raak ik het liedje “In de bloembol is de krokus” (liedboek 982, hier gezongen door Elise Mannah) maar niet kwijt uit mijn hoofd. Dat heeft vast te maken met die zeeën van sneeuwklokjes en krokusjes die je nu overal om je heen ziet. Ik ging even op voortuinbezoek bij een oudere vriendin die een tuin vol mooie bloemen heeft, heel veel nog in de knop. En daar hadden we het erover, hoe je in deze tijd van afstand iemand een welkom gevoel geeft, een gevoel van gezien zijn.
En ach, misschien is dat wel heel simpel, door even langs te fietsen en te zwaaien. Door een paar van jouw bloesemtakjes aan een ander door te geven. Door een versgebakken koekje in iemands brievenbus te gooien. Misschien juist wel niet zo héél zichtbaar, maar wel voelbaar.
“Nog verborgen tot het uitkomt…”

(c) Myrthe

Challenge!

Het thema van deze week is de vreemdeling onderdak bieden.

Nodig vandaag eens iemand bij jou op bezoek! Bijvoorbeeld op jouw slaapkamer, maar het kan ook gewoon in de woonkamer. Misschien je buurvrouw of buurman, een vriend of vriendin, je ouders of broer of zus?

Hoe ontvang jij bezoek? Moet je voor die tijd nog opruimen? Wat geef je aan je bezoek? En waar praten jullie over? Wat is er eigenlijk voor nodig om je welkom te voelen bij iemand?

Categorieën
2021

Blijf kijken

een specht gezien
een reiger in een slootje
een half gezonken bootje
is dat geluk misschien?

Boele Bregman

Boele Bregman (1918 – 1980), Heerenveen. Loodgieter, verzetsman, gestempeld door de zorg en pijn van oorlog en koude oorlog. Na een hartaanval toen hij 38 was kon hij niet langer ‘gewoon’ werken, en werd hij kunstschilder en dichter. Na zijn dood verschenen 50 van zijn gedichten, in de bundel: ‘O, was ik als een aap’.

In zijn schilderijen en in zijn teksten zie je, wat hem helpt om het hoofd nog enigszins boven water te houden: goed blijven kijken. Kijk je mee?

 (c) Bartheke

Categorieën
2021

Zomaar te gaan

Ik zocht het even terug. Het was in september 2015. Ik stuurde een mailtje naar de Gemeente Zeist met een aanbod. In Sporthal Dijnselburg was net een grote groep vluchtelingen opgenomen. Ineens waren de verhalen ver van mijn bed en de beelden op het nieuws heel dichtbij, in mijn woonplaats. Ik wilde iets doen. Kort daarvoor deelde ik dat met de Young Vocals. ‘Zullen we aanbieden om voor hen, en misschien wel mét hen, te gaan zingen?’ Dat vonden ze een mooi plan.

Er werd een moment gevonden en we mochten komen. En nu? Wat gaan we zingen? De meeste vluchtelingen komen uit het Midden Oosten. Zoveel mogelijk Engelstalig misschien en makkelijke liedjes, zodat ze mee kunnen zingen? Er worden wat nummers verzameld. “Row, row, row your boat!” roept iemand. “Nee, dat kan toch niet! Ze zijn op van die gammele bootjes de zee over gestoken om hier te komen! Dat kunnen we niet maken.” “O ja…” De ernst van de situatie is ineens weer heel duidelijk. Hoe erg moet het zijn in je thuisland als je zo’n overtocht aandurft, zonder te weten waar je naar toe gaat? Ons aanbod om te zingen lijkt ineens zo ieniemienie klein…

Zomaar te gaan met een stok in je hand… zongen we in de 40-dagentijd vorig jaar. Als ik het weer luister, klinkt het zo licht en vriendelijk, maar nu voel ik opeens de zwaarte ervan. In couplet 2: ‘Zomaar te gaan wordt het leven of dood? Altijd maar banger, duurt het nog langer?’ Hoe zou het geweest zijn voor deze vluchtelingen? Ik kan het me niet voorstellen. En als ik heel eerlijk ben, wil ik het eigenlijk niet weten. Het is veel te groot.

Toch zijn we gegaan op die zondagmiddag eind september. Compleet met setlist, elektrische piano en een bak met kleine muziekinstrumentjes. Buiten bij het hek staan al zoveel mensen, en kinderen, van 0 tot 80. Ze staan met een kopje thee in hun hand, in kleine groepjes, kletsen wat en kijken met een schuin oog naar ons. We worden ontvangen door iemand van de organisatie en samen met hem zoeken we een goede plek. Even mogen we een blik werpen in de sportzaal. Rijen veldbedden en mensen die erop zitten of liggen en in kleine groepjes praten. Ik voel me ongemakkelijk. Ver-van-mijn-bed is hier ineens recht voor mijn neus. We besluiten buiten een plekje te vinden. Vanbinnen ben ik blij dat ik er weg kan.

Op de trap pakken we uit en beginnen we na een korte introductie gewoon maar met zingen. Hoewel we als Young Vocals zo vaak al samen hebben gezongen, voelt het nu zo onwennig. Ik kan niet goed inschatten wat ze ervan vinden. En dan zie ik toch een paar nieuwsgierige oogjes, achter de benen van een meneer vandaan komen. En daar nog een kind, niet veel ouder dan Thomas (mijn zoon van 3 op dat moment) komt langzaam dichterbij. Na een tijdje hebben een we heel groepje bij elkaar. Met steeds meer lachende gezichtjes. Head, sholders, knees and toes is favoriet, blijkt. We doen em nog maar een keer. En dan ineens een man die in gebrekkig Engels en met gebaren uitlegt dat ze ook een liedje voor ons willen zingen. Hij begint en anderen vallen in. En dan verschijnt de ene lach na de ander ook op het gezicht van de grote mensen. We zingen en dansen samen. Bij dat beeld in mijn hoofd schijnt de zon.  

Wat hebben we nou gedaan die middag? De vreemdeling onderdak geboden? Voor mijn gevoel bij lange na niet. De vraag, de behoefte van deze mensen is veel te groot voor een uurtje op een zondagmiddag. Wat ik hoop is dat ze zich heel even gezien hebben gevoeld. Dat ze heel even hun zorgen en de onzekerheid over de toekomst los hebben kunnen laten. Dat ze zich even, door hun kinderen, welkom hebben kunnen voelen bij ons. Ik weet niet hoe het nu met ze gaat. ‘In de woestijn worden kinderen groot’ zingen we. Onze zoon Thomas is inmiddels 8 jaar. Ik hou me vast aan de laatste zin en wens ze het toe.

Zomaar te gaan met Zijn woord als bewijs;

straks wonen wij in een paradijs.

Vaak zijn de dingen die we doen maar heel ieniemienie klein. God gaf zijn woord en God is groot.

(c) Anne

Categorieën
2021

Dorst

Dorst. Ook het land kan dorst hebben. Je ziet het aan de bomen, het gras. De vogels maken binnen een paar uur de waterbak op het balkon leeg. Na een tijd van dorst is het een zegen als de regen valt en valt en blijft vallen…

Na droogte waardeer je die regen dan ook meer. Als je dan gaat wandelen is het rustig in het bos. Wie doet je wat, als je met laarzen aan door plassen loopt, en de druppels aan de dennennaalden ziet groeien totdat ze, drup, in de plas vallen? Te drinken geven. De hemel geeft het in overvloed. Vangen wij het op de goede manier op? Geven wij het op de goede manier door?

(c) Roel