Categorieën
2017

Doodgewoon?

Deze week moest ik het gewoon weer doen … met de honden naar het strand. Voor hen een feestje, voor mij deze keer een must. In 2 weken tijd werd ik 4 keer geconfronteerd met de dood. Slechts een keer dacht ik: ‘Het is goed zo’. De andere keren kwam het sterven te vroeg, te abrupt, te akelig. Het maakt dat ik met een stil verdrietig gevoel rondloop.

De dood went nooit, het wordt nooit doodgewoon! Rouwen is een werkwoord, zo is inmiddels mijn ervaring. Rouwen doet iedereen op zijn eigen manier; je kunt praten, huilen, muziek luisteren, warmte zoeken, eten, simpelweg bij elkaar zijn, en nog veel meer. Het is allemaal goed, zolang je het verdriet maar niet uit de weg gaat.

Hoe doe jij dat, rouwen? Hoe verwerk jij verdriet?

Ik ga uitwaaien op het strand om mijn hoofd leeg te krijgen en word rustig van het altijd aanwezige geluid van de golven. Dat troost me, het gaat allemaal gewoon door. Nu zie ik dat misschien even niet, maar het is wel zo. Mijn zwarte vriendinnetjes voelen feilloos mijn stemming aan en zijn met liefde aanwezig voor een knuffel. En als herboren ga ik een paar uur later weer het strand af.

Vandaag denken we aan het sterven, de dood van Jezus. Okee, we hebben ook weet van zijn opstanding, maar voor mij is het belangrijk om ook heel bewust verdrietig te zijn om zijn dood. Zodat ik daarna weer blij kan zijn dat zijn leven toch verder is gegaan. De dood heeft niet het laatste woord!

Prachtig is het verwoord in de Matthäus Passion: ‘Huilend gaan wij zitten en roepen: Rust zacht.’

Ik wens je na deze Stille Zaterdag een Vreugdevol Paasfeest!

(c) Jitske

Categorieën
2017

Is dit het laatste woord?

De veroordeling van een onschuldige? De dood van een rechtvaardige? Het einde van de hoop voor zijn leerlingen? Is dit het laatste woord?

Gifgas in Syrië en bommen als antwoord? Weer een vrachtwagen, die op een menigte inrijdt? Honger in Afrika. Overstromingen in Zuid-Amerika? Is dit het laatste woord?

Voor altijd doet Hij de dood teniet. (Jesaja 25:8)

Vandaag, Goede Vrijdag, gedenken wij, bezinnen wij ons erop, dat God de weg door de dood heen is gegaan. God, die mens werd in Jezus uit Nazareth, onderwerpt zich aan het lijden, de dood, de hopeloosheid – ja zelf de Godverlatenheid – om voor altijd de dood te overwinnen.

Er is nog veel dood op aarde. En toch: Wij zijn al mensen van het leven. Er is geen leven, dat niet door de dood heen moet. Maar er is geen dood meer, die niet in het teken staat van het leven.

(c) Johannes

 

 

Categorieën
2017

Mijn verre vriend

Jezus deed de zonde verdwijnen. Zo leerde ik dat op de basisschool. Mijn ouders konden me nooit een goed voorbeeld van ‘zonde’ geven. Ja, stelen en moorden. Maar daar deed ik niet aan.

In het Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk – staat een lied (#400) dat mij opeens raakt. Het past goed bij ‘het laatste avondmaal’ op deze Witte Donderdag. Wie eet er mee? Mag ik?

...erken ik wat er donker is in mij
en leg dat neer.
Het woord van steun en troost dat ik niet sprak,
de vriendschap die in drukte onderging -
ik leg het neer.
Mijn blik, soms onverschillig afgewend,
mijn wil, zo fel aan anderen opgelegd,
elk spottend woord waarmee ik heb gekwetst -
ik leg het neer...

Vanavond ga ik naar een kerkdienst waar de Maaltijd van de Heer wordt gevierd. En leg het neer. En Frank, liefste verre vriend: ik bel je heel gauw!

(c) Douwe

Categorieën
2017

Een labyrint

Een labyrint, een pelgrimage. In 40 dagen tijd kan je een boel leren, een boel herkauwen, een boel inspiratie opdoen. In 40 jaren kan je een boel pijn ontmoeten (en verdragen) en tot een boel inzichten komen. Het doet me denken aan Alice in Wonderland: “I can’t go back to yesterday because I was a different person then.” Meesterlijk verwoord.

40dagentijd, wat heeft het je gebracht? Ik moet denken aan een tekst die hier in onze kamer hangt (een combinatie van politiek en intrinsieke levensovertuiging):

Jij mens die ooit kwam hier in Gods paradijs en
Die vis werd en aap werd en rechtop ging staan
Jij mens die met wetenschap licht kon bewijzen
Jij mens die kwam kijken met bijna niets aan

Waarom wil je haten, verwoesten en moorden
Waarom ben jij zelf zoveel meer dan de rest?
Waarom doen jouw daden mij snakken naar woorden
Waarom is jouw wil toch zo'n bloedmanifest?

Mens! Als je voor God speelt
Als je zo graag voor God speelt
Doe dan in godsnaam je best!

(Liedtekst: Louise Korthals)

© Maarten

Categorieën
2017

Het uitzicht

Als kind had ik een afschuwelijke hekel aan bergwandelingen. Ik zag er absoluut het nut niet van in om naar boven te lopen, als je vervolgens dat zelfde stuk weer terug naar beneden moet. Op onze zomervakanties naar landen als Zwitserland en Oostenrijk stonden er altijd dagtochten op de planning, tot mijn grote ergernis. Ik sjokte altijd helemaal achteraan en zeurde continu dingen als “zijn we er al bijna?” of “ik wacht hier wel tot jullie terug komen.”

Afgelopen oktober ben ik vertrokken naar Nieuw-Zeeland om daar 2 maanden rond te trekken en vervolgens naar Australië te vliegen om daar hetzelfde te doen. Het reizen is van jongs af aan toch, ondanks mijn verplichte wandelingen, langzaam in mijn bloed gekropen. Natuurlijk wilde ik in deze landen zo veel mogelijk ontdekken. Met het vliegtuig, de bus, de boot, de trein en natuurlijk ook te voet. Als je niet meer “moet” is de ervaring van het lopen ook lang niet zo vervelend als toen.

In Nieuw-Zeeland was ik een aantal nachten in Queenstown, en besloot daar op een dag een flinke bergtocht te gaan maken in mijn eentje. Vol goede moed begon ik, maar eigenlijk na de eerste 20 minuten zonk die moed mij al in de schoenen als ik omhoog de berg op keek en zag hoe ver de weg nog was. Terwijl ik al zuchtend en steunend omhoog klauterde en mijzelf best een beetje zielig vond, bekroop mij ineens intens sterk het gevoel dat ik niet op wilde geven. Ik zette de muziek van The Script op in mijn koptelefoon en zette letterlijk mijn beste beentje voor.

Maar hoe hoger ik kwam, hoe moeilijker het werd om adem te halen en hoe meer mijn spieren gingen krampen en verzuren. Gedurende de tocht omhoog gaf ik in mijn hoofd wel honderd keer op. Gek genoeg waren het mijn benen die niet toegaven aan het aanzwellende gevoel van pijn en frustratie. Iedere stap deed meer pijn, maakte mij bozer, verdrietiger en toch ook sterker. Met tranen over mijn wangen stromend zette ik mijn klim voort. Ik moest en zou dit halen. Ik moest en zou niet opgeven. De laatste kilometers liep ik bijna op mijn tandvlees, maar met de top in zicht voelde ik het einde dichterbij komen.

Toen ik mijn laatste stap zette, richtte ik mijn blik van de grond en keek om mij heen. Emoties overvielen mij wederom. Het uitzicht vormde een foto in mijn geheugen die ik nooit meer zal vergeten. Letterlijk van boven terugkijkend op de weg die ik had afgelegd, letterlijk boven de wereld en een onbeschrijfelijk uitzicht. Ik voelde mij licht, onsterfelijk en dichtbij de wolken waar mijn vader in mijn gedachte is. Kwetsbaar en krachtig. Ik ging zitten en schreef de volgende woorden:

Vanaf hier
Kan ik het zien
Dit uitzicht
Vanaf nu
Weet ik het weer
Ik was het even kwijt
Glashelder
Vanaf hier boven
Kijk ik vooruit
De wind waait
Mijn haren door de war
En ik lach
Nog nooit eerder
Zo zeker
Zo bang
Vanaf hier
Plots beseffend
Dat alles oké is
Ik bewandel nu de paden
Die ik vroeger haatte
Ik ben nu oud genoeg
Om het uitzicht echt te zien

(c) Elise