Kijkend op mijn hardloophorloge denk ik “Mooi, over 1 kilometer zit ik op de helft. Als ik nu de laatste 5 kilometer versnel, dan finish ik binnen het uur.” Mijn knieën dachten er anders over. Nog geen 500 meter later schiet er een ziedende pijn door mijn linkerknie en is het gedaan. Ik heb de wedstrijd nog wel uitgelopen (mijn dochter stond bij de finish!), maar vervolgens kon ik een paar maanden niet meer hardlopen vanwege een kneiter van een knieblessure.
Waar het fout is gegaan? Ik had een doel in mijn hoofd. Niets mis mee natuurlijk, maar ik was alleen nog maar bezig met dit doel. Nog vaker lopen, nog verder, nog sneller. In juni de 10km, in september 16km, in januari een halve marathon, zodat ik klaar ben voor de hele marathon in juni.
Lopen, lopen, lopen en steeds de statistieken erbij of er wel voldoende progressie was om op tijd klaar te zijn voor de marathon. En niet in de gaten hebben dat het lichaam dat bijna 40 wordt, nog nooit in zijn bestaan zoveel had bewogen als nu. En dat dat lichaam dat helemaal niet leuk vond, dus langzaam ging protesteren. Alleen ik had dat niet door, omdat ik alleen de finish van mijn marathon voor me zag.
Maar eigenlijk nog veel belangrijker, omdat ik zo bezig was met het einddoel, vergat ik helemaal te genieten van de reis, het buiten in de natuur zijn, de reden waarom ik was begonnen met hardlopen!
(c) Wesley